Painstormen

Het is maandagmorgen en met nog vijf minuten op de klok druppelen je collega’s de vergaderruimte binnen. Zo georganiseerd als je bent, heb je alles tot in de puntjes voorbereid: overal liggen stapeltjes post-its en je hebt genoeg pennen op zak om iedereen voor een jaar van inkt te voorzien. Dit kan eigenlijk al niet meer misgaan. Dus ondanks de ietwat klamme handjes weet je één ding zeker: met deze brainstormsessie ga je knallen!

Nadat je iedereen hebt bijgepraat over de opdracht en de uitdaging op tafel hebt gelegd, begint de groep fanatiek met schrijven. Er wordt gelachen, er wordt gediscussieerd en er worden post-its geplakt. Dit gaat goed. Een anderhalf uur durende brainstormsessie is wat volgt en de meest uiteenlopende ideeën worden opgeschreven. Na een stemronde waarbij iedere deelnemers drie stemmen mocht verdelen kiest de groep overduidelijk voor één idee en komt de brainstormsessie tot een eind. Met een gevoel van trots plenair spreek je je waardering uit voor de inzet en het enthousiasme van je collega’s. Je kan niet wachten om voor dit idee een prototype te maken en het te implementeren binnen het bedrijf!

Het is twee maanden later en weer sta je in de vergaderruimte. Dit keer zonder collega’s, maar met een groep klanten die je hebt uitgenodigd. Iedereen komt binnen, neemt plaats en kijkt naar jou. Daar sta je dan, vol goede moed en met goede bedoelingen, maar met een slecht werkend prototype. Alleen dat laatste heb je helaas zelf nog niet door. Gedurende de bijeenkomst test je je prototype bij de klanten en bevraag je hen over het gebruiksgemak en hun ervaringen. Maar naarmate de dag vordert, hoe minder rooskleurig je resultaten eruit gaan zien. Wat blijkt? Het ontwerp sluit niet aan op de voorkeuren van de klant en hetgeen wat tijdens de brainstormsessie heel logisch leek, blijkt voor de klant totaal niet duidelijk te zijn. Daarbovenop begin je langzaam te beseffen dat er eigenlijk helemaal geen behoefte is voor het prototype dat jij hebt ontwikkeld. Hoe kan dit gebeuren?

Het nut van painstormen

Er is een héél belangrijk aspect wat bij al veel brainstormsessies wordt vergeten. En juist dat ene aspect zorgt ervoor dat je twee maanden later met je prototype de conclusie moet trekken dat er geen behoefte blijkt te zijn voor wat jij hebt bedacht en hebt ontwikkeld. Wie namelijk wordt vergeten bij het bedenken van ideeën is… de eindgebruiker zelf. We schieten van nature (te) snel in de gedachte ‘ik heb toch zo’n leuk idee!’ of ‘ik bedenk zelf wel iets!’. Met als resultaat: een concept bedacht vanuit jouw denkwijze en op basis van jouw behoefte. Maar klopt dit wel met de behoefte van de eindgebruiker; degenen waarvoor je het concept ontwikkelt? En hoe doorbreek je deze manier van plaatsvervangend denken? Door niet alleen te brainstormen maar ook te painstormen. Met painstormen ga je op zoek naar de pijnen, behoeften en wensen van je beoogde doelgroep én neem je hen mee gedurende je hele proces. Dus wanneer je je brainstormsessie nog moet gaan houden, of je hebt er al een achter de rug: ga eerst op zoek naar de eindgebruiker en achterhaal de pijn. Pas wanneer dat duidelijk is, kunnen de ideeën uit de brainstormsessie een oplossing bieden en de pijn wegnemen.